Eu- waar gaan we heen
Het grote voordeel van het referendum over de grondwet is dat het de Europese Unie bij wat meer mensen op de agenda heeft gezet. Voor korte termijn waarschijnlijk, want zo gaat het met die dingen, maar in ieder geval denken er op dit moment meer mensen over na.
Als ik om me heen kijk heb ik het gevoel dat de EU, in de volksmond ‘Brussel’ genoemd, voor velen een soort natuurgebeuren lijkt te zijn. Het is er, soms heb je er last van, maar daar kun je verder weinig aan doen. Dat gevoel van machteloosheid belet ze ook vaak om een mening te vormen, of om informatie te verzamelen over doel en richting van de EU.Vaak wordt dit fenomeen beschreven als de kloof tussen politiek en burger en het dichten ervan een verantwoordelijkheid van de politiek.
Persoonlijk ben ik van mening dat de burgers zelf ook wel een verantwoordelijkheid hebben in deze ontwikkelingen – en als ik dan kijk naar hoe moeilijk het is om een discussie te hebben met mensen over politieke onderwerpen terwijl mensen uuuuuuuuuuuuren kunnen debatteren over de beste kandidaat bij programma’s als idols en bigbrother denk ik toch dat de schuld niet alleen bij de politici kan worden gelegd. Democratie geeft mensen rechten, maar eigenlijk weinig plichten – er is niemand die test of de stemmer zich eigenlijk wel heeft verdiept in het onderwerp waar over gestemd wordt. Ik moet ook eerlijk bekennen dat “Democratie is de minst erge regeringsvorm” me meer aanspreekt dan “Democratie is de beste regeringsvorm”.
Tegelijkertijd kun je je niet in alle onderwerpen echt verdiepen. Globaal bijhouden wat er speelt in de gebieden die je interesseren kost eigenlijk al meer tijd dan beschikbaar is als je ook nog een gewoon leven ernaast wil leiden. Daarom is een ‘brede maatschappelijke discussie’ ook een goed fenomeen. Daar kunnen mensen hun ei kwijt en wordt er over een onderwerp in korte tijd veel informatie gegeven. Maar bij echt complexe zaken kom je er zo ook niet uit en ontaardt de discussie snel in een polariserende versimpeling die meer gericht is op je gelijk krijgen dan op overtuigen van de tegenstander.
De onderbuik- gerichte argumenten tijdens de aanloop naar het referendum is daar helaas een voorbeeld van. Zowel de voor- als de tegenstanders staken meer energie in volksmennerij dan in volkseducatie. Helaas, want er zijn wel een aantal interessante vragen opgekomen die volgens mij een bredere discussie behoeven. Terwijl de afwijzing van de Europese grondwet nu vooral geleid heeft tot een vermindering van de Nederlandse invloed en een gevecht om een verlaging van de netto bijdrage van Nederland is er nog steeds geen mens die weet waar de Nederlander de toekomst van de Europse Unie ziet.
Ooit is de EU begonnen als een economisch samenwerkingsverband om grote oorlogen in Europa te voorkomen. Een combinatie van de motto’s “Aan wie je verdient is je vriend” en “Samen sta je sterker” zeg maar. Die trend tot economische samenwerking en belangenverstrengeling heeft uiteindelijk – via de EMU, een tusenstadium van onderlinge afhankelijkheid – zelfs geleid tot de euro, één europese munt.
Nu heb je mensen die vinden dat de Europese Unie daarmee bijna het maximaal haalbare heeft gehaald omdat de EU volgens hen vooral een economische samenwerking moet blijven. Politieke integratie is eng en dus uit den boze.
Daar snap ik eigenlijk helemaal niets van. Hoe kun je nu een valuta los zien van de politiek? De gedachte dat je dat politieke element ondervangt doordat je afspraken maakt over hoeveel procent staatsschuld een land mag hebben vind ik naïef, omdat je door over te stappen op dezelfde valuta eigenlijk de landen al hebt beroofd van een aantal instrumenten om hun economie en dus hun budget te beïnvloeden. Bovendien heb je geen echte strafmogelijkheden als een land besluit om een politiek te voeren die eigenlijk heel ongunstig is voor het Europese belang maar die voor die bepaalde regio (aka dat land) wel van belang is.
Door de invoering van de Euro is de economische situatie in Italië geen ver van mijn bed show meer, maar heeft het dikke consequenties voor wat er met ONS geld gebeurd (en dat wordt nog spannend, want de Italiaanse economie zou best wel eens echt kunnen instorten volgend jaar). Door Schengen is een beslissing van Spanje over het toelaten van asielzoekers direct van belang op onze immigratie. De vergrijzing van de Europese bevolking (die in veel landen veel erger is dan in Nederland) heeft consequenties voor de hele EU. Dat de Ieren besloten de winstbelastingen voor bedrijven te schrappen betekende dat veel bedrijven hun hoofdkwartier en een aantal productiemaatschappijen daar te vestigen om van daaruit het Europese continent te bewerken – wat een grote invloed had op Nederland aangezien wij onzelf graag als de toegangspoort tot Europa profileren. Zolang je een handelszone bent is een stuk interne concurrentie een gegeven, maar als je een gezamenlijke monetaire politiek moet voeren kun je dan volgens mij niet los zien van de “niet-monetaire politiek”.
Oftewel: ik denk dat meer politieke integratie tussen de EU-landen onvermijdelijk is tenzij we weer afstappen van de gezamenlijke munt – met alle negatieve consequenties van dien. En ik denk dat we nu al heel goed moeten kijken naar mogelijke ontsporende economieën als Italië om te kijken hoe we dat als Europa op gaan vangen.